Een interview met een meervoudige Bijna Doodervaarder

Aura Oasis Logo

De BDE

Een vraaggesprek met een meervoudige BDE’er

Vraagstelling: Denis
Antwoorden: Guy Vanderlinden (Limen vzw)

NOTA: Soms zijn verschillende vragen door elkaar gesteld. Toch behandelen ze hetzelfde thema. Dit is zo gedaan om bepaalde onderwerpen mee te betrekken. Daar ik al heel wat weet over de Bijna Doodervaring en de invloeden ervan op het verdere leven van de betrokkene, zijn de vragen zodanig gesteld dat ze reeds grotendeels in de richting liggen van de feiten waarmee een Bijna Doodervaarder meestal geconfronteerd wordt.

Je had verschillende Bijna Doodervaringen achter de rug. Hoe zou je deze ervaring verwoorden, voor zover dat daar woorden voor zijn. Hoe is alles juist gebeurd en wat heb je ervaren?

De Feiten
Mijn eerste BDE had ik toen ik zes jaar was. Achter de boomgaard van het boerenhof van mijn ouders lopen 2 beken samen: De Zwalm en de Boekel. Langs die beken loopt een wandel- en fietspad tot de watermolen. Langs dit wegeltje droegen wij het graan naar de mulder. Bij de samenvloeiing van die twee beken wordt een draaikolk gevormd. Ik ging regelmatig spelen langs de beken met mijn vriendjes. Op een goede dag viel ik in de draaikolk.

Mijn vriendjes liepen verschrikt weg. Gelukkig kwam een man met zijn fiets aangereden en zag me onder water gaan en weer bovenkomen in die draaikolk. Hij slaagde erin om me uit het water te halen. De herinnering die me bijgebleven is, is dat licht waarin ik me zo goed gevoeld heb.

Mijn tweede Bijna Doodervaring had ik toen ik 12 jaar oud was. Ik reed met mijn fiets achter een vader die op zijn bagagedrager zijn kind had geplaatst. Opeens sloegen de voetjes van het kind in het achterwiel. Dat gaf me zo’n emotioneel gevoel dat ik slaglinks op de grond sloeg met als gevolg een ademstilstand, misschien ook wel een hartstilstand, maar dat kan ik niet bevestigen. Een voorbijganger merkte mijn toestand op en begon kunstmatige ademhaling toe te passen. Thuis gekomen werd ik wakker, vroeg wat er gebeurd was, want ik herinnerde me niets meer behalve dat prachtige licht waarin ik geweest was. Ik heb dat toen heel diep in mijn geheugen weggestoken, want wat ik erover vertelde was larie en apekool.

Mijn derde Bijna Doodervaring dateert van 1 mei 1990. Weer met de fiets. Ik kwam van een rommelmarkt en reed naar huis terug op een aflopende weg. Opeens stak ik de weg over, botste op een driehoekig paaltje met wit en oranje reflectoren, ging over de kop tegen een tuinmuurtje, kreeg een nekslag en slodderde voort op het grove grint, wat mijn gezicht openschuurde. De ambulance werd geroepen en bracht mij naar het ziekenhuis op 5 minuten van het ongeval. Tot daar de feiten.

Van beide ongevallen heb ik geen enkele herinnering overgehouden. Het is alsof ik een totale black-out had. Ik kan nu de feiten vertellen dank zij mijn ouders en de getuigen die ik ben gaan opzoeken. Tijdens de black-out zat ik ineens terug in dat prachtige licht. Niets bestond en alles was en is. Een gevoel van totale gelukzaligheid, van onmetelijke liefde, van totale kennis was mijn deel. Toen bevond ik me voor een ondoorzichtig waas waar ik doorheen wou gaan.

Ik werd achterovergeworpen zonder enige reden, zonder enig woord van verklaring, noch een vraag of ik wou teruggaan. Niets. Ik suisde met een alomvisie terug en passeerde vervolgens door een wit en door een geel licht. De kleuren werden okergeel en bruin tot ik in een tunnel terechtkwam waar het donker was. Ik schoot nog voorbij schimmen en dook in een zwart gat. Toen hing ik aan het plafond van de reanimatiezaal en zag op de operatietafel mijn stoffelijk overschot liggen. Eerst herkende ik mijn lichaam niet; de dokter en de verpleegster hadden hun rug naar mij toegekeerd. Ik herkende opeens mijn lichaam en gleed erin. Ik heb even mijn ogen opengedaan en zag dat ik terug was. Op mijn hospitaalbed werd ik wakker. Ik dacht dat ik thuis was en wou me aan tafel zetten om mijn boterhammen op te eten. Toen zei men me dat ik een ongeval had gehad. Ik wou het niet geloven. Ik was thuis! Maar de buisjes in mijn lichaam en de zwachtels om mijn hoofd vertelden mij de bittere waarheid.

ao6

De gevolgen
Ik vertelde de lichtervaring aan mijn vrouw. Het zal wel overgaan, het is de slag geweest. Tien dagen later vertelde ik het aan de dokter. Het was het tweede geval in zijn 35-jarige loopbaan, meer zei hij niet. Meer en meer echter stootte ik op onbegrip, ongeloof, spot en zelfs hoongelach.

Ik moest erover spreken. Ik voelde dat scherp aan. Ik had een grotere woord- en zegkracht gekregen. Ik ben begonnen erover te schrijven en langzaam begon ik erover te spreken in het openbaar tot voordrachten en lezingen toe.

Van mijn vrouw ben ik nu gescheiden. Die verdroeg niet langer de wijze van mijn spreken en handelen. Ze verdroeg ook de kritiek niet uit mijn onmiddellijke omgeving. Het paste niet meer in haar levenspatroon. Ik was te veranderd weergekeerd. Zij had een enorme schrik van doodgaan. Ik heb geen angst meer om te sterven. Ik doe nu aan individuele drempel- en stervensbegeleiding.

Ik voel mij thuis in die onvoorwaardelijke liefde die ik naar de mensen kan uitdragen die erom vragen. Dat vertolkt zich onder andere door een grotere luisterbereidheid.

Ook heb ik afstand genomen van het verlangen meer te bezitten. Ik heb voldoende met wat ik heb en als ik iets nodig heb, komt dat wel op tijd en stond. Geld is nog enkel een ruilmiddel, niet meer een streefdoel, ik ben rijk, maar ik wil geen rijkdom (vrijheid).

Ik heb een weerzin gekregen van alle tv-programma’s en kan er praktisch niet meer naar kijken.

Ik heb een verhoogd magnetisme in mijn handen vastgesteld waardoor ik mensen met handoplegging kan helpen. Ik lees enorm veel over Bijna Doodservaringen en zet me in voor IANDS-Flanders. Mijn aandacht gaat ook meer en meer uit naar mystieke belevingen. Ook voor het paranormale krijg ik meer en meer belangstelling.

Hoe realistisch was deze ervaring ten opzichte van je bewustzijn van onze fysieke realiteit?

Het beleefde is zeer realistisch. Het is reëel in het referentiekader van hier. Het is reëel in het referentiekader van ginds. Het bredere referentiekader van ginds kan niet volledig uitgepast worden in dit hier. Ginds zijn er dingen die hier niet bestaan. Dus kunnen deze niet medegedeeld worden omdat er geen woorden noch beelden voor bestaan.

Tijdens uw ervaring zag je bepaalde dingen, de tunnel, het Licht, eventueel andere wezens. Wat betekenden deze voor u op dat moment? Wist je bijvoorbeeld wat/wie het licht was?

Het licht was er voortdurend voor de oerbron en na het oereinde van mijn fysiek bestaan. Toen ik in het licht was werd mij een “inplant” gedaan. De gegevens die uit die “inplant” komen naar boven wanneer het moment daarvoor rijp is, niet vroeger niet later. Ik weet dat ik niets mag forceren.

Het Licht is ALLES, het is zeker geen beperking die terug te dringen is in een persoon of een personificatie. Alles is veel meer dan ons intellect kan bevatten.

Indien je andere zielen zag, schimmen of contouren ervan, wist je dan ook wat deze waren? Hoe zou je ze omschrijven, zijn het gidsen, menselijke zielen, verwanten, helpers, overledenen?

De lichte en grauwe schimmen die ik gezien heb, kan ik niet benoemen. Zij waren voor mij wezens zonder enig herkenningspunt met de fysieke wereld. Ik ben hen gepasseerd. Ik geloof dat het de bedoeling was mij te tonen dat ze er waren. Zo kan ik nu hun bestaan bevestigen. Zij waren één met de fase waar ik doorheen ben gegaan, eveneens zoals ik was in het licht. Wie zij juist waren doet er niet toe. Zij zijn een detail van het geheel, een soort omlijning van het geheel.

De meeste mensen hebben het moeilijk om hun ervaring van hun levensfilm te beschrijven. Dit is dan ook zeer persoonlijk. Maar in ieder geval moeten je daar enkele wijsheden bijgebleven zijn die je universeel kan noemen in vergelijking met de ervaringen van anderen. Wat lijkt belangrijk in dit leven? Kreeg u een boodschap van het licht? Wat voelde je bij het licht? Voel je nu nog steeds een verbondenheid of een nabijheid met het licht? Wat is je na de ervaring het meeste bijgebleven?

Mijn levensfilm heb ik niet gezien tijdens mijn BDE. Wat er daarentegen wel gebeurde, is een grotere bewustwording van de beelden uit mijn verleden die mijn leven getekend hebben. Daarbij zijn zowel goede als slechte daden en denkwijzen te rekenen. Dit bewust worden van het verleden verandert je doen en laten én je denken.

Hoe heeft deze ervaring uw leven veranderd? U bent ongetwijfeld teruggekomen met nieuwe interesses. Zijn deze interesses voornamelijk te klasseren bij het paranormale zoals: PSI, PK, Bandstemmen (EVP), Uittredingen, Leven na de dood, het begeleiden van verloren entiteiten naar het licht, intuïtieve contacten? En heeft u ook gaven ontwikkeld op gebied van Alternatieve geneeskunde: bijv healing enz…Of dringen zich vooral de inzichten op die daaruit voortkomen en die wijzen op het feit dat er meer is tussen hemel en aarde… Of zijn de veranderingen eerder spiritueel: religieus, spiritueel, werken aan je eigen evolutie, channeling?

Hoe? Ik ben liefdevoller gaan leven. Het laat mij toe mijn egoïsme af te bouwen en fier te zijn om wat ik bewust kan. Ik kan luisteren naar anderen maar ook naar mezelf. Gelijk hebben is een intellectueel steekspel dat héél veel futiliteiten inhoudt. Het is het hoog houden van een façade die veel onwetendheid en onmacht verbergt. De eerste en dwingende boodschap van het Licht is: ga en spreek over je ervaring. Het Licht zorgt voor de woorden wanneer het moment daarvoor geschapen is. Toen ik in het Licht was voelde ik me alles en niets in een sublieme wereld van gelukzaligheid en liefde. Wanneer ik nog denk of nog ga naar het licht is deze toestand er telkens weer. Het geeft mij de mentale kracht alles te beleven, alles te doorleven.

Ik ben inderdaad teruggekomen met nieuwe interesses. Vooreerste mijn doorschouwende belangstelling voor de natuur, vooral het evenwicht in de natuur. Het is mij niet te doen om het ecologisch terrorisme te veranderen, ik zie het vooral op mijn verbondenheid en mijn resonantie in het natuurlijke waaruit ik voortkom. Zo is het oergeheugen van groot belang. Ons biologisch leven komt voort uit water en het water bezit als dusdanig het oergeheugen van alle biologisch leven. Daarom is het zuiver houden van het water zo belangrijk. Daarna is er mijn belangstelling voor het Goddelijke. Daarom ga ik soms heftig tekeer tegen de religieuze vervuiling waaraan de huidige kerken zich werkelijk bezondigen. Hun dienst en leer is gebaseerd op macht en overheersing. Er is een universele spiritualiteit. Aan de basis ligt LICHT en LIEFDE, maar daar rond is een afschuwelijk decor gegroeid. Het initiële beginsel is opgesloten in een heel sterke koffer en de sleutel lijkt verloren. Het derde punt is de verandering van het gelaat van de aarde. De mens heeft zodanig het gezicht van de aarde veranderd dat de aarde zelf uit evenwicht is. Binnenkort zal de aarde zichzelf herschikken – aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, meteorieten…Ik kan er geen antwoord op geven maar de aarde zal reageren. Mijn leven ondergaat een voortdurende een intense verandering. Het ritme maakt mij niet moe. Integendeel, luiheid maakt me moe. Eigenlijk is mijn leven er enorm vloeiender op geworden, wat mij in geluk doet leven. De tijd van het zwevende geluk is voorbij. Ik heb mijn plaats, mijn ontwikkelingsverloop in het geheel weergevonden. Het heeft mij ook meer begrip, ruimte en intuïtie gegeven om Rechts en Links te omvatten en ook Onder en Boven. Mijn bewust aanwezig zijn in de tijdsruimtelijke materiële dimensie is er enorm door uitgebreid. Daardoor is mijn zintuiglijk waarnemen toegenomen, gepaard gaande met een beter intellectueel begrip van het mij omgevende.

Maar ook mijn intuïtief waarnemen is uitgebreider, zelfs zo uitgebreid dat men kan spreken van buitenzintuiglijke of paranormale gevoeligheid in onze normale terminologie. Deze gevoeligheid uit zich vooral in de contacten met de wereld van de voortlevenden, zij die hun biologische materiestructuur hebben achtergelaten opdat deze opnieuw in het materiecircuit zouden opgenomen worden. Daar is eerst de rechtstreekse waarneming. Dat kan gaan van helderziend- helderhorend- en heldervoelendheid. Dit is echter niet belangrijk maar ik weet dat het kan voorkomen.

Daar is ten tweede het gebruik van hulpmiddelen. Zo is er de spiegel die ik gebruik in het psychomanteum van mijn appartement. Ik gebruik die spiegel tweeledig; enerzijds om de spiegel te gebruiken als bescherming tegen tegenover de uitstraling van negatieve entiteiten, van derden, en anderzijds om verderlevenden te vragen opdat zij het rouw- en scheidingsproces uit de stressbeleving van de betrokkene zou halen. Onder geen enkel voorwendsel is het streven naar sensatie. Alles gebeurt om mensen te helpen. Zo is er ook de bandopnemer voor het vragen naar stemmededelingen. Zo is het begeleiden van verderlevenden die de materietijdsruimte nog niet konden loslaten, zo is er het verlossen van hier nog aanwezige personen en die “bezeten zijn van entiteiten”, of verderlevenden die al te bezitterig waren of zijn ingesteld. Zo is het ook het verdrijven uit huizen of woon- en verblijfplaatsen van entiteiten of verderlevenden of ze nu al dan niet kwaadaardig of goedaardig zijn.

Dan is er nog de alternatieve geneeswijzen. Deze zijn niet absoluut. Ik gebruik de handoplegging, het doorgeven van natuurlijke remedies maar die dikwijls inkapselen in het geheel van geneesmogelijkheden.

Hoe denk je over sommige New Age stromingen zoals ik er reeds enkele kende die tijdelijk populaire, bijna hysterische golven teweegbrachten. Ik denk bijvoorbeeld aan de Celestijnse Belofte en vroegere spirituele golven.

Het channelen met de Pleiaden, De Celestijnse Belofte, zijn voor mij commerciële betrachtingen. De enorme publicitaire uitbuiting bewijst dit. Het beroep doen op alleen de spirituele indruk is niet voldoende. Het is ook niet voldoende een spionage-detectieve scenario te bedenken en het in te vullen met vluchtig uit andere boeken geplukte spirituele bedenkingen.

Hoe denk je nu over de wereldgodsdiensten, spirituele wonderdoeners? Is er een bepaalde stroming de juiste, of hebben ze enkel een juiste kern?

Elke Godsdienst is een geografische uiting van een wereldbeeld van het Goddelijke. God is één. Maar met zoveel uitingen dat dit moeilijk te aanvaarden is, te meer dat machthebbers bijna al die uitingen hebben omgebogen tot eigen eer en glorie. Zo kunnen we ook spreken over grote en kleine sekten die al even de leuze hebben: “Ik bezit de waarheid”, “Ik ben de enige weg naar Licht en Wijsheid”, enzovoort. In feite zijn al die Godsdiensten en godendienstjes één en dezelfde uiting van de ENE GOD, maar gegoten in de menselijke vrije wilsbeschikking. Vrije wil die per definitie beperkt blijft in onze materiële tijdruimte. Rond wat je bedoelt is er veel commercieel gedoe. Ik huiver ervan. Het is steeds weer hetzelfde met dit soort “goeroes en spirituele meesters”, het beginpunt is gezond maar de uitwerking en interpretatie moet gedurig herzien worden.

Zouden er aardse gidsen kunnen tussen ons leven?

Aardse entiteiten? Als je wilt zeggen entiteiten die aan de aarde blijven plakken, althans tijdelijk, ja die zijn er en beïnvloeden mensen om sekten te vormen, dat kan gerust. Merkwaardig genoeg zijn sekteleiders vooral ingenomen met het luik “egocentrisme van hun vrije wil” en hebben voor mij entiteiten daar weinig of geen rechtstreekse invloed op.

Is er iets verandert in je kijk ten opzichte van drugs, medicijnen, sigaretten, alcohol?

Drugs zijn en blijven verslavende middelen, vooral omdat er zelfs kleine hoeveelheden afhankelijk maken. Dit is niet het geval met sigaretten of alcohol. De stap van het genieten van tabak of alcohol naar verslaving kan echter gauw gezet worden. Je moet mentaal en causaal sterk staan om van de wereld en zijn voortbrengselen evenwichtig te kunnen genieten.

Wat is volgens jou de voornaamste reden waarom zo velen die een BDE hadden het moeilijk krijgen in hun relatie?

De mensen scheiden uit de echt omdat de teruggekomen partner veranderd is teruggekomen. Het vertrouwde beeld is weg, de uitstraling is anders geworden, het wereld- en leefbeeld verruimd, de ervaring van onvoorwaardelijke liefde die praktisch hier nooit kan beleefd worden, dat alles maakt dat de partner de teruggekomene niet meer kan aanvaarden. Raar zijn echter de gevallen waar precies het omgekeerde gebeurt, waar beide partners de verrijking hebben ingezien en daartoe dichter naar elkaar zijn gegroeid.

Velen beleven sociale of persoonlijke moeilijkheden na een BDE, wat zijn uit uw ervaring de meest voorkomende problemen?

De sprong die de BDE maakt door het licht staat in schril contrast met de langzame evolutie van het overgrote deel van de mensheid. Het menselijke gestel heeft het lastig met dergelijke sprongsgewijze vooruitgang. Je hebt heel snel een niveau overstegen waardoor je een groter wereldbeeld kan omvatten. In het begin sta je onwennig tegenover deze verbrede en diepere “ruimte”. Dat past zo moeilijk in het geheel dat je bekend was. Je moet de wanden doen uitdijen naar een uitgebreiderder omtrek en dat botst niet alleen in jezelf maar ook en vooral met je omgeving. De botsing in jezelf wordt meestal opgevangen en de uitbreiding wordt aanvaard. Maar deze met zijn omgeving blijft dikwijls problematisch. Hoe kan ik het referentiekader van het Licht (dat breder en dieper, dus meeromvattender is dan hier) inpassen in het enge kader waarin ik geleefd heb en waarvan ik ben teruggekeerd? Voortdurend moet ik vaststellen dat ik buiten het huidig referentiekader ga. Dit buitengaan komt waarschijnlijk over bij veel mensen. Zij kennen dit kader niet en willen het niet kennen, omdat het onbekende hen angst inboezemt of omdat zij maar geloven wat zij in deze materie-tijdsruimte kunnen zien en ervaren. Veel Bijna Doodservaarders krijgen daar problemen omdat ze daardoor sociaal verworpen worden. Zij worden beschouwd als dromers, hallucinanten, dwazen, onwetenden, gekken en noem maar op…En toch weten ze dat ze niet gek zijn. Wat kunnen ze dan doen met hun ervaring? Het eerste is zich groeperen, het tweede ernstig onderzoekswerk laten uitvoeren, het derde zien in je omgeving waar hulp en verrijking van de innerlijke dimensie kan geboden worden, het vierde zich afsluiten en op zoek gaan naar de verdere verrijking door het contact met het Licht te bestendigen.

Velen blijken paranormale gaven te hebben na een BDE, wat zijn de meest voorkomende? Zijn dit voornamelijk gaven die ten dienste gesteld worden om anderen te helpen, of zijn dit voornamelijk gaven die de persoonlijke inzichten uitbreiden?
Sommigen ervaren na een BDE psychokinetische verschijnselen, vooral elektrische toestellen blijken er last van te hebben. Vooraf gaat alles meestal ook gepaard met statische elektriciteit die veelvuldig voor elektrische schokken zorgt. Ik kan me moeilijk voorstellen dat iemand geplaagd zou kunnen zijn door entiteiten na een BDE. Of zou dit toch kunnen, het komt immers maar bij een bepaald percentage voor?

Hoe sta je tegenover zogenaamde “lagere entiteiten” die hier zijn komen vastzitten tussen hemel en aarde. Betekent dit automatisch ook dat deze negatief zijn en slecht. Is het niet een beetje laag om dit bij voorkeur te gaan veroordelen en daarmee dus ook de eventuele hulp door menselijke tussenkomst te gaan zien als een “bezig zijn met het lagere”? Ik bedoel is het altijd slecht om contact te maken met overledenen of zijn er mits juist gebruik ook goede kanten aan?
Een Bijna Doodervaarder tilt niet zo zwaar aan wat je paranormale gaven noemt. In het begin experimenteert hij er wel wat mee, maar nadien houdt hij deze voor zichzelf en voor de eigen ontwikkeling.
Wij worden niet geplaagd door hogere of lagere entiteiten. Ik weet dat de hogere ons voortduren boodschappen en hulp brengen op het moment dat daarvoor geschapen is. Wij hebben nog steeds onze vrije wil waardoor wij kunnen zeggen: ik aanvaard of ik aanvaard niet. Diezelfde vrije wil laat ons ook toe de boodschap en of de hulp te interpreteren. Dat betekent dat we, door onze vrije wil te gebruiken, deze boodschappen of hulp een andere richting kunnen geven, waardoor disassociaties kunnen ontstaan. Openstaan van de boodschappen van hogere entiteiten is heel goed. Hun intenties zijn nooit slecht.
Daarentegen zijn lagere entiteiten gevaarlijk. Waarom? Omdat ze nog te sterk verbonden leven met de tijdsruimtelijke materie. Ze behouden nog heel wat van die vrije wil en denken dat die vrijheid nog steeds hun absolute leidraad is. Nochtans is die vrije wil beperkt tot het niveau waarin men leeft of denkt nog te leven. Voor mij zijn die lagere entiteiten dolende zielen, aan wie de weg naar het licht nog moet getoond worden. Dit kan door eigen inzicht maar mensen met een Lichtervaring kunnen hen daarbij helpen van hieruit, zijnde onze leefwereld. Een raad, wat je ook doet met het hierbuiten, je moet beseffen met wat je bezig bent, speel geen leerling-tovenaar!

      Denis

© 2002 Aura-Oasis – Denis Dhondt